Vluchtelingen kunnen ook aanspraak maken op asiel als zij pas in Nederland politiek actief worden en daardoor gevaar lopen bij terugkeer, oordeelt de Raad van State. De afdeling bestuursrechtspraak van de raad heeft zich gebogen over de zaken van twee Soedanese vluchtelingen die in Nederland politiek actief werden en dat aandroegen als reden om asiel aan te vragen. Demissionair staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel) vond dat ze pas bescherming verdienden als ze konden aantonen dat ze een diepe politieke overtuiging hadden. Daar is de raad het niet mee eens.
De uitspraken gaan over een man en een vrouw die zijn gevlucht uit Soedan. De man beweerde bij aankomst in Nederland actief te zijn geweest bij een oppositiepartij in Soedan en daarvoor te zijn gearresteerd en gemarteld. Het kabinet vond dit verhaal niet geloofwaardig en daarin ging de rechter mee bij zijn eerste asielaanvraag. Later diende hij weer een asielaanvraag in met de redenatie dat hij zich inmiddels in Nederland kritisch heeft uitgelaten over de politieke situatie in Soedan en daarom niet veilig kon terugkeren.
De vrouw was zover bekend niet politiek actief in Soedan en is dat pas geworden in Nederland. Ze raakte betrokken bij een Soedanese politieke partij, deed mee aan demonstraties en plaatste kritische socialmediaberichten over de regering in haar land van herkomst. Ze diende een asielaanvraag in met de motivatie dat ze door deze politieke activiteiten niet veilig kon terugkeren.
In beide gevallen wees het kabinet de asielaanvragen af. Van der Burg vond dat de Soedanezen pas recht hebben op asiel als hun politieke overtuiging was "vergroeid" met hun identiteit.
Een dergelijke eis mag de staatssecretaris niet stellen, oordeelde het Europese Hof van Justitie dit najaar. De Raad van State vindt dat de asielaanvragen daarom opnieuw moeten worden beoordeeld. Na de uitspraak van de Europese rechter heeft de staatssecretaris al gezegd zijn beleid aan te passen.