Raad voor Cultuur: archeoloog voor elke gemeente of regio

10 feb 2022, 11:34 Landelijk
raad voor cultuur archeoloog voor elke gemeente of regio
ANP

Elke gemeente in ons land, of minstens iedere regio, zou een eigen archeoloog moeten hebben. Dat stelt de Raad voor Cultuur in het advies Archeologie bij de tijd, dat donderdag wordt aangeboden aan het kabinet. De raad zegt dat de rijksoverheid zich "zowel inhoudelijk als met extra geld" moet inspannen om gemeenten beter in staat te stellen hun archeologische taak goed uit te voeren.

Het adviesorgaan ziet ook graag een nationaal onderzoekscentrum archeologie verrijzen, gefinancierd door een speciaal innovatiefonds. Elke provincie zou verder een beleidscommissie archeologie moeten instellen, die adviseert en toeziet. Voorlichting aan en betrokkenheid van het publiek moeten bovendien meer aandacht krijgen.

Archeologische vondsten kunnen volgens de raad doorgaans rekenen op grote maatschappelijke belangstelling. "Het is tijd om het publieke belang en deze maatschappelijke aandacht om te zetten in grotere beleidsmatige en financiële aandacht", schrijft de Raad voor Cultuur.

Decentralisatie en marktwerking zijn ook in de archeologie een grote rol gaan spelen. Behalve voordelen heeft dat ook nadelen, constateert het adviesorgaan. "Zo zijn er per gemeente grote verschillen in onderzoekskwaliteit en in bescherming van en voorlichting over archeologie." Ook heeft de kwaliteit van onderzoek te lijden onder "voortschrijdende tariefdaling en scherpe concurrentie tussen de archeologiebedrijven", zag de raad.

De raad wijst ook op de slechte arbeidsmarktpositie van archeologen en adviseert een cao voor de werknemers van de archeologische opgravingsbedrijven plus de oprichting van een beroepsvereniging voor archeologen.

Archeologie is van groot belang, aldus de raad: "Vernieuwend wetenschappelijk onderzoek is nodig, om nieuwe verhalen te kunnen vertellen. Hier profiteert zowel de archeologiesector als het publiek van."

Het advies is voorbereid door een commissie van deskundigen onder voorzitterschap van Alexander Rinnooy Kan.