Drie derdelanders die vanuit Oekraïne naar Nederland zijn gevlucht, mogen niet zomaar het land uit worden gezet. Dat oordeelt de vreemdelingenkamer van de rechtbank in Roermond. De rechtbank vindt dat deze derdelanders hun recht op tijdelijke bescherming net zo lang mogen behouden als alle andere ontheemden uit Oekraïne.
De Raad van State, de hoogste bestuursrechter, oordeelde in januari dat de bescherming van derdelanders op 4 maart "van rechtswege" zou stoppen. Zij kunnen hier dan alleen blijven door asiel aan te vragen. De derdelanders die geen asiel aanvragen, zouden dan nog tot 2 april de tijd hebben om uit Nederland te vertrekken. Het ministerie van Justitie en Veiligheid gaf ze een zogenoemd terugkeerbesluit. Veel derdelanders zijn tegen dit besluit in beroep gegaan.
Het besluit van de Raad van State gold voor derdelanders die een tijdelijke verblijfsvergunning voor Oekraïne hadden. Derdelanders met een permanente Oekraïense verblijfsvergunning mogen in elk geval tot maart 2025 in Nederland blijven, net als Oekraïners.