Rechtbank laat verdachte zaak-Taghi voorlopig vrij

19 mei 2020, 22:38 Landelijk
rechtbank laat verdachte zaak taghi voorlopig vrij
De rechtbank in Amsterdam heeft dinsdag bepaald dat een van de verdachten in de zaak rond de veronderstelde moordbende van Ridouan Taghi, Charif el A., zijn proces in vrijheid mag afwachten.
El A. heeft volgens de rechtbank een kleinere rol in het geheel gespeeld dan zijn medeverdachten. Hij zit al zestien maanden vast. Zijn persoonlijke omstandigheden zijn voor de rechtbank ook aanleiding het voorarrest op te schorten. De rechter volgde in de overwegingen het pleidooi van El A.'s advocaat Peter Plasman. Verzoeken van andere verdachten om uit voorarrest vrijgelaten te worden heeft de rechtbank afgewezen. Van de in totaal zeventien verdachten zijn er - incusief El A. - vier op vrije voeten.
Maandag en dinsdag hield de rechtbank een tussentijdse zitting in het megaproces. Het ging om verdachten die - vanwege de coronamaatregelen - via een videoverbinding vanuit de gevangenis de zaak bijwoonden, dan wel helemaal hadden afgezien van deelname. Tot de laatste groep behoorde hoofdverdachte Ridouan Taghi. Hij zit sinds zijn arrestatie in december in Dubai vast in de extra beveiligde inrichting in Vught. Op 27 en 28 mei zijn er zittingen voor verdachten die erop staan in de rechtszaal aanwezig te zijn.
Het Openbaar Ministerie verdenkt Taghi en zijn zestien medeverdachten ervan dat zij verantwoordelijk zijn voor een reeks liquidaties. Taghi zou met onder anderen Saïd R. de bende hebben geleid. R. werd in februari gepakt in Colombia en zit daar vast in afwachting van zijn uitlevering. Deze procedure gaat ongeveer een jaar duren; mogelijk nog langer, door de coronacrisis.
De volgende tussentijdse zittingsronde voor de gedetineerde verdachten is in augustus. De inhoudelijke behandeling zou volgens de huidige planning in december moeten beginnen. Meerdere advocaten twijfelen aan de haalbaarheid van dat schema. Het OM heeft aangekondigd dat het in augustus nog drie moordzaken aan het dossier toevoegt. Onduidelijk is nog bij welke verdachten deze zaken op de aanklacht zullen worden bijgeschreven.