De politie mocht gegevensdragers van Youssef T. in beslag nemen, ook al was hij op dat moment een van de advocaten van Ridouan Taghi. Dat heeft de rechtbank Amsterdam donderdag bepaald. De advocaat van T. had zich bij de rechter beklaagd over de inbeslagname, maar volgens de rechtbank is er geen grond voor die klacht.
T. werd op 8 oktober aangehouden in de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) in Vught, waar hij op dat moment Taghi bezocht. Taghi is hoofdverdachte in het geruchtmakende liquidatieproces Marengo en zit in de EBI in voorarrest. T. is een volle neef van hem en trad ten tijde van zijn arrestatie al enige maanden op als een van zijn advocaten. Het Openbaar Ministerie vermoedt dat hij als boodschapper heeft gefungeerd tussen Taghi en de buitenwereld.
Na de arrestatie van T. heeft de politie zijn woonadres en Utrechtse kantoor doorzocht, met toestemming van de rechter-commissaris. Daarbij zijn spullen in beslag genomen, waaronder gegevensdragers. Volgens T.'s advocaat mocht dat niet, omdat de in beslag genomen apparaten onder het zogeheten verschoningsrecht vallen dat T. als advocaat toekomt.
De rechtbank oordeelt echter dat de omstandigheden waaronder de inbeslagname heeft plaatsgevonden zo uitzonderlijk zijn, dat de inbreuk op het verschoningsrecht gerechtvaardigd is. De verdenkingen die het OM tegen T. koestert, zijn zeer ernstig, aldus de rechtbank. Het gaat om "verdenkingen die grote schade kunnen berokkenen aan het vertrouwen in de maatschappelijke functie van de advocatuur". T. zou onder meer betrokken zijn geweest bij plannen voor een gewelddadige uitbraak of bevrijding van Taghi uit de EBI. Justitie beschuldigt hem er ook van dat hij tot de veronderstelde misdaadorganisatie van zijn neef Taghi heeft behoord.
Ook de cel en verblijfsruimten van Taghi in de EBI zijn destijds doorzocht.