Sergej Moetsjkajev, commandant van de 53e luchtafweerbrigade, kan niet getuigen in het omvangrijke strafproces rond het neerhalen van vlucht MH17. De rechtbank had hem graag willen horen, maar Rusland werkt niet mee aan het rechtshulpverzoek. Dat werd woensdag duidelijk bij hervatting van de strafzaak in de beveiligde rechtbank op Schiphol.
De Russische eenheid van Moetsjkajev is volgens het internationale onderzoeksteam verantwoordelijk voor het leveren van de Buk-raket die het toestel van Malaysia Airlines zou hebben neergehaald boven Oost-Oekraïne. Vorige maand liet de rechtbank onderzoeken of de commandant kon en wilde getuigen. De Russische autoriteiten hebben deze week het verzoek afgewezen, omdat vragen aan Moetsjkajev betrekking kunnen hebben op geheime militaire gegevens. Uitvoering van het rechtshulpverzoek kan schade toebrengen aan Rusland en over Russische staatsgeheimen gaan, vertelde de voorzitter van de rechtbank over de motivering van de afwijzing.
Nu de getuige niet gehoord kan worden, is de inhoudelijke behandeling van het dossier afgerond. De volgende stap is het requisitoir van het Openbaar Ministerie wat zal uitmonden in de strafeisen tegen de vier verdachten. Dit begint op 20 december en gaat waarschijnlijk drie dagen duren.
Bij de ramp met het toestel van Malaysia Airlines op 17 juli 2014 kwamen alle inzittenden, onder wie bijna tweehonderd Nederlanders, om het leven. Er worden vier mannen verdacht van betrokkenheid bij de ramp: rebellenleider Igor Girkin, zijn rechterhand Sergej Doebinski, diens assistent Oleg Poelatov en garnizoenscommandant Leonid Chartsjenko. Alleen Poelatov laat zich bijstaan door advocaten, de anderen hebben niets van zich laten horen.
Een uitspraak in het monsterproces wordt niet eerder dan in de tweede helft van volgend jaar verwacht.