De rechtbank in Den Haag wil meer informatie en documenten van de Staat over de Nederlandse luchtaanval op de Iraakse stad Hawija in 2015 waarbij vele tientallen doden vielen. De zaak is aangespannen door gedupeerden van de aanval. Zij vinden dat er een onaanvaardbaar risico is genomen en de actie onrechtmatig was.
Nederlandse F-16's bombardeerden van 2 op 3 juni een bommenfabriek van terreurgroep Islamitische Staat (IS) in Hawija. Daar bleek veel meer explosief materiaal te zijn opgeslagen dan verwacht. Dat leidde tot een secundaire explosie waarbij een groot deel van de omgeving werd verwoest en een nog steeds onbekend aantal slachtoffers viel.
In deze zaak staat voor alle partijen veel op het spel, zei de rechter in zijn tussenvonnis. Het daarom van belang dat de rechtbank een zo goed mogelijk beeld krijgt van de omstandigheden waaronder Defensie besloot over te gaan tot het bombardement. Daarom moet de Staat meer stukken aanleveren en een nadere toelichting geven.
De Staat wil bepaalde documenten geheimhouden. Een andere rechter zal eerst moeten oordelen of er terecht een beroep wordt gedaan op geheimhouding van de stukken. Wanneer dat gebeurt, is nog niet duidelijk. Daarna gaat de zaak pas weer verder.