Vier Nederlanders die worden verdacht van betrokkenheid bij plannen om de Belgische justitieminister Vincent Van Quickenborne te ontvoeren, moeten eind oktober voor de Internationale Rechtshulpkamer van de rechtbank Amsterdam verschijnen. Die beslist of de verdachten worden overgeleverd aan België. Zij verzetten zich daartegen.
Zaterdag 24 september werden drie Nederlanders van 20, 29 en 48 jaar aangehouden in Den Haag en Leidschendam. De vierde verdachte, een 21-jarige Nederlander, werd zondagmiddag 25 september aangehouden op straat in Den Haag.
De Belgische politie had de verdachten gevolgd vanaf het huis van Van Quickenborne in Kortrijk tot aan de Nederlandse grens. Bij het huis hadden ze een auto achtergelaten. Daarin zijn volgens Belgische media een automatisch geweer en flessen met benzine gevonden. De bewindsman meldde zelf in een videoboodschap dat de Belgische autoriteiten een ontvoering hebben verijdeld.
België heeft Nederland gevraagd om de vier verdachten over te dragen. De zittingen daarover zijn op woensdagmiddag 26 oktober (drie verdachten) en donderdagmiddag 27 oktober (een verdachte).