De rechtbank in Den Haag doet donderdag uitspraak in het kort geding waarmee Greenpeace de overheid wil dwingen tot maatregelen die de stikstofneerslag op kwetsbare natuurgebieden snel verlagen. Volgens de milieuorganisatie kan de natuur niet langer wachten en is onmiddellijk ingrijpen nodig om te "redden wat er te redden valt".
Over het stikstofbeleid heeft Greenpeace ook een bodemprocedure aangespannen, waarin de zaak uitgebreid wordt behandeld, maar dat is een tijdrovend proces. Daarom besloot de organisatie ook nog een kort geding aan te spannen.
Advocaat Bondine Kloostra betoogde in april tijdens de zitting dat Nederland zijn wettelijke verplichtingen om de natuur te beschermen verzaakt. "De Staat schuift daadkrachtig en effectief beleid steeds weer voor zich uit", zei ze.
Volgens de landsadvocaat is de overheid juist goed op weg met het verlagen van de uitstoot. Het zat echter tegen dat wetenschappers de zogeheten kritische depositiewaarde (kdw) naar beneden hebben bijgesteld, de maximale stikstofneerslag die natuurgebieden aankunnen zonder risico op achteruitgang. Uit onderzoeken was gebleken dat diverse habitats nog slechter bestand zijn tegen ophopende stikstof dan eerder gedacht.
De overheid bestrijdt de aangescherpte waarden niet, maar vindt dat Greenpeace veel te snel wil en daarbij te weinig oog heeft voor andere belangen, zoals de economie en de werkgelegenheid. Als de rechter de eisen inwilligt, dreigt volgens de landsadvocaat "ontwrichting van de samenleving".