De rechter blijft het schieten met een paintballgeweer op een wolf voorlopig verbieden. De provincie Gelderland, die dat wil gaan doen, heeft volgens de rechter nog steeds niet goed genoeg onderbouwd waarom paintballen op de wolf nodig is en of er geen betere maatregelen of middelen zijn om een wolf die mensen benadert af te schrikken.
De provincie is teleurgesteld en gaat het gevraagde rapport aanleveren, laat gedeputeerde Harold Zoet (BBB) weten. De rechter geeft daar zes weken voor en neemt daarna een nieuw besluit.
De provincie verzon het schieten met een paintballgeweer vorig jaar, toen er in Het Nationale Park De Hoge Veluwe een wolf rondliep die niet meer schuw was en die mensen benaderde. Dierenrechtenorganisatie De Faunabescherming maakte meteen bezwaar. Sindsdien is het schieten met een paintballgeweer steeds voorlopig verboden door de rechter. Die is er nog steeds niet van overtuigd dat de provincie de strikte bescherming van de wolf mag negeren. De Europese regels schrijven voor dat de beschermde wolf niet verstoord, verjaagd of gedood mag worden.
Volgens de rechter heeft de provincie niet voldoende in kaart gebracht dat de wolf probleemgedrag vertoont. Daarvoor is naar de mening van de rechtbank het oordeel van een wolvenexpert nodig, en zo'n oordeel is er niet. Het is niet uitgesloten dat de wolf die bezoekers van het park benaderde een jong dier was, dat natuurlijk nieuwsgierig gedrag vertoonde. Ook ontbreekt een deskundige vaststelling dat het steeds om dezelfde wolf ging.
De rechter vindt ook dat de provincie onvoldoende aandacht heeft besteed aan alternatieven voor het paintballschieten. De Faunabescherming kwam met voorstellen als een verbod op eten in het park, handhaven op gedrag van parkbezoekers en afsluiten van een deel van De Hoge Veluwe, maar de provincie schoof dat terzijde. Dat moet nu wel onderzocht worden. De provincie moet nauwkeurig motiveren waarom dat geen goede oplossingen zijn en waarom het beschieten van het beschermde dier toch nodig zou zijn. De rechter zegt wel te begrijpen dat de provincie wil voorkomen "dat het op een dag echt fout gaat tussen de mens en de wolf."
Gedeputeerde Harold Zoet gaat met tegenzin aan de slag: "De rechter vraagt een zeer vergaande motivering. Ik krijg het gevoel dat we op papier moeten aantonen dat water nat is. Voor ons en de door ons geraadpleegde deskundigen is het overduidelijk dat er een probleemsituatie is en dat afschrikken noodzakelijk is."