De politieke partij Volt heeft volgens de kortgedingrechter onrechtmatig gehandeld door het Tweede Kamerlid Nilüfer Gündoğan uit de fractie te zetten. Dit heeft de kortgedingrechter van de rechtbank in Amsterdam woensdag bepaald.
De rechter oordeelt dat Volt "in de hele affaire te voortvarend een onjuiste weg heeft bewandeld". De partij moet alle maatregelen tegen Gündoğan terugdraaien. De schorsing en later de beëindiging van haar fractielidmaatschap zijn volgens de rechter onterecht en moeten per direct worden ingetrokken. Ook moet de partij haar een voorlopige schadevergoeding van 5000 euro betalen.
Gündoğan werd zaterdag 28 februari uit de Volt-fractie gezet, omdat zij zich volgens de partij schuldig had gemaakt aan grensoverschrijdend gedrag. Eerder al werd ze geschorst als fractielid. Volgens Volt zou Gündoğan zich schuldig hebben gemaakt aan "handtastelijkheden, ongewenste seksuele avances, intimidatie en misbruik van positie".
Volt liet onderzoek doen naar de meldingen en concludeerde dat het Kamerlid niet kon aanblijven. Gündoğan wilde niet aan dit onderzoek meewerken omdat ze geen vertrouwen had in het onderzoeksbureau en lange tijd niet wist waarvan ze werd beschuldigd. Ze ontkende tijdens de behandeling van het kort geding op dinsdag 1 maart dat er van grensoverschrijdend gedrag sprake was. Ze vond de schorsing en beëindiging van haar fractielidmaatschap onterecht.
De rechter stelt het Kamerlid in het gelijk. Voor de schorsing als Kamerlid was juridisch geen grond, aldus de rechter. Ook inhoudelijk was er volgens haar geen basis om tot een schorsing over te gaan. "Een schorsing van Gündoğan zonder deugdelijke uitleg waarom, zonder de aard van de klachten toe te lichten en zonder enige vorm van hoor en wederhoor, kan niet door de beugel."
De rechter fluit Volt ook terug als het gaat over het de beëindiging van het fractielidmaatschap. Volgens de procedure had Volt het Kamerlid bij mogelijk ongewenste omgangsvormen minimaal twee keer moeten waarschuwen. Ook ontbraken een verbeterplan en gespreksverslagen. Volt gaf de politica geen gelegenheid zich intern in een besloten overleg te verdedigen en dat had volgens de rechter wel gemoeten.
Het onderzoek naar de vermeende misdragingen was bovendien nog niet afgerond toen Gündoğan uit de fractie werd gezet. "Er was daarmee geen enkele reden om de schorsing om te zetten in een beëindiging van het fractielidmaatschap."