De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) hoeft niet strenger te controleren hoeveel vis in Nederland aan land wordt gebracht. Dat heeft de rechtbank in Den Haag vrijdag beslist in een zaak die was aangespannen door een vereniging van kleinschalige vissers en milieuorganisatie ClientEarth, die vinden dat de NVWA tekortschiet bij het controleren op overbevissing.
De vissers en ClientEarth vroegen in 2021 toenmalig landbouwminister Carola Schouten om strengere controles. Schouten wees dat verzoek af, omdat volgens haar niet duidelijk was aangegeven waartegen de NVWA precies moest optreden. Bovendien was de vissersvereniging volgens haar geen belanghebbende in de zaak. De vissers en de milieuorganisatie gingen tegen die beslissing in beroep bij de rechtbank.
Die oordeelt nu dat Schouten hun verzoek terecht heeft afgewezen, omdat het ging over misstanden in de gehele visserijsector en niet over overtredingen van een specifiek bedrijf. Ook stelt de rechtbank dat de doelen waarvoor de vereniging van kleinschalige vissers zich volgens haar statuten inzet - gezonde wereldzeeën door bevordering van kleinschalige visserij - te ver afstaan van het verzoek om strengere controles.
Ondanks de uitspraak vinden de eisers dat ze in het gelijk zijn gesteld. De rechtbank stelt namelijk ook: "Niet betwist is dat de NVWA signalen heeft dat binnen de Nederlandse zeevisserij wordt gefraudeerd en dat regels mogelijk structureel niet worden nageleefd." Daaruit trekt ClientEarth de conclusie: "de structureel tekortschietende controle door de NVWA zorgt ervoor dat mogelijk grote hoeveelheden illegale vis de EU-markt op kunnen komen." Dat toont volgens de organisatie aan dat vertrouwen in de overheid misplaatst is.