Rechtszaak om Molukse treinkaping gaat verder

29 mei 2018, 5:16 Landelijk
rechtszaak om molukse treinkaping gaat verder
ANP
Het langslepende proces over het bloedige einde van de Molukse treinkaping bij De Punt in 1977 gaat dinsdagmiddag verder voor de rechtbank in Den Haag. Nabestaanden van twee doodgeschoten treinkapers willen via een rechtszaak tegen de Staat erachter komen wat er toen precies is gebeurd. Hun advocaat Liesbeth Zegveld zal pleidooi voeren en de Staat verweert zich.
De nabestaanden denken dat de Staat destijds onrechtmatig heeft gehandeld, omdat de twee treinkapers werden doodgeschoten terwijl ze al zwaargewond en weerloos waren. Ze baseren zich onder meer op autopsierapporten en verklaringen van elf oud-mariniers, die in het najaar moesten getuigen. Ook vermoeden ze dat er een bevel was om de kapers niet gevangen te nemen maar te doden. Zegveld heeft verklaringen van oud-officieren die beweren dat een commandant van de militaire operatie heeft gezegd dat zo'n geheime instructie bestond. De advocaat gaat waarschijnlijk verzoeken indienen om nieuwe getuigen op te roepen.
De Staat ontkent dat de mariniers iets fout hebben gedaan. De opdracht was om kapers uit te schakelen tenzij ze zich duidelijk overgaven, zegt een woordvoerder van Defensie. Volgens hem is er geen bewijs dat er sprake was van executies.
De trein werd na drie weken op 11 juni ontzet. Daarbij werden zes van de negen kapers gedood, evenals onbedoeld twee gijzelaars. Molukse jongeren probeerden in de jaren zeventig met gewelddadige acties aandacht te krijgen voor een eigen republiek die Nederland de Molukse gemeenschap in het vooruitzicht had gesteld.