Voor de verkrachting van een 76-jarige vrouw in een natuurgebied bij Schipborg in juli 2019 is tegen de 28-jarige Rick K. een celstraf van drie jaar geëist. Het Openbaar Ministerie (OM) verwijt de man ook het mishandelen van zijn toenmalige vriendin in 2017 en 2018. De man woonde in Zuidlaren toen hij werd aangehouden en is onlangs verhuisd naar Hoogezand.
De vrouw was aan het nordicwalken toen ze op klaarlichte dag werd aangevallen. De dader liet DNA-sporen achter op haar broek, die door hem naar beneden was getrokken. Dit DNA-materiaal matchte met het DNA van de eeneiige tweelingbroer, dat was opgeslagen in de DNA-databank. De broer had echter een sluitend alibi en het OM kwam uit bij K. als mogelijke dader.
Op verzoek van de verdediging liet de rechtbank in augustus 2020 een nader onderzoek doen naar eventuele verschillen in het DNA van eeneiige tweelingen. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) kreeg de opdracht hiervoor. In dit voor Nederland unieke onderzoek kwamen vijf bruikbare verschillen naar voren in de DNA-profielen van beide broers. Volgens de onderzoekers is het meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker dat K. de vrouw heeft verkracht dan dat diens broer het heeft gedaan.
Tot dusver kon de rechter het spoor op basis van een standaard DNA-onderzoek niet toeschrijven aan de ene of andere helft van de tweeling. Met deze technieken is het nu in strafzaken mogelijk geworden om een nieuw onderscheid te maken tussen eeneiige tweelingen, naast vingerafdrukken en bijvoorbeeld een alibi.
In de zaak tegen K. valt volgens de aanklaagster ook bewijs te halen uit de telefoongegevens van de verdachte en doet zijn afwijkende loopje hem de das om.
"Een aanval op klaarlichte dag door een man uit de bosjes is een nachtmerrie voor iedereen", zei de aanklaagster over de verkrachting in 2019. Ze eiste naast de celstraf ook een contactverbod met het slachtoffer.
De officier van justitie tilt zwaar aan de hardnekkig ontkennende houding van de man en zei dat de verdachte geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn daad. De advocate van de verdachte vond dat het DNA-onderzoek niet gunstig uitvalt voor de verdachte en ze overwoog een contra-expertise. Maar dat bleek in Nederland niet mogelijk en een nieuw onderzoek in het buitenland kost tonnen, zei de raadsvrouw. Het onderzoek baseert zich op 1 eeneiige tweeling en is volgens haar daarmee te experimenteel om als bewijs te kunnen gebruiken.
De rechtbank doet 31 oktober uitspraak.