Johan Remkes vindt dat het kabinet en boerenorganisaties onder zijn leiding een "constructief gesprek" hebben gevoerd. Dat terwijl er volgens hem sprake is van een "serieuze vertrouwenscrisis" tussen de overheid en de agrarische sector. Die is niet alleen het gevolg van de stikstofdiscussie van de laatste tijd, benadrukte hij ook.
Boeren zijn volgens Remkes ook boos over de "stapeling van regelgeving" van de afgelopen jaren. Zij hebben het gevoel dat er niet naar hen wordt geluisterd, dat hun vragen onbeantwoord blijven en dat miskend wordt hoeveel zij al gedaan hebben om de uitstoot van stikstof terug te dringen.
Daarnaast klagen boeren over "zwalkend beleid". Remkes merkt daarbij op dat het stikstofprobleem "jarenlang vooruit is geschoven". Ook speelt op de achtergrond steeds de moeizame verhouding tussen stad en platteland een rol. Duidelijk is wel dat "linksom of rechtsom de huidige impasse moet worden doorbroken".
Remkes is daarom aangesteld als bemiddelaar, al laat hij zich liever gespreksleider noemen of onafhankelijk voorzitter. Om de partijen aan tafel te krijgen heeft het kabinet moeten beloven dat alles bespreekbaar zou zijn, en dat is volgens hem ook gebeurd.
Zo is uitvoerig gesproken over de manier waarop de door het kabinet beoogde vermindering van de stikstofuitstoot moet worden gehaald. Ook het tijdpad is aan de orde gekomen. Het kabinet moet volgens Remkes maar eens onderbouwen waarom het de gewenste halvering in 2030 wil hebben gerealiseerd, terwijl dat ook 2035 zou kunnen zijn.
Tegen het einde van het gesprek, dat ruim een uur uitliep, gingen verschillende lezingen rond over de sfeer aan tafel. Die zou volgens een woordvoerder van Remkes "prima" zijn, maar LTO nam daar nadrukkelijk afstand van. Remkes zelf erkende dat er ook wel kritische woorden zijn gevallen. "We hebben het gesprek gevoerd zonder meel in de mond".