Het aantal coronagevallen is afgelopen week vrijwel niet veranderd. In de laatste zeven dagen zijn 31.959 positieve tests geregistreerd. In de week ervoor kreeg het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) 31.984 meldingen van nieuwe coronagevallen, een verschil van 25. Het aantal uitgevoerde tests steeg afgelopen week met ongeveer 14 procent.
Het aantal ziekenhuisopnames bleef min of meer gelijk (van 1191 naar 1145). Het aantal sterfgevallen daalde iets, van 309 naar 269.
Het RIVM ziet minder besmettingen in verpleeghuizen en woonzorgcentra. "Het vaccineren werpt daar zijn vruchten af", concludeert het instituut. Het aantal coronagevallen stijgt wel onder jongeren, met name onder 18- tot 24-jarigen.
Het reproductiegetal, dat aangeeft hoe snel het coronavirus zich verspreidt, kwam voor het eerst in een paar weken weer onder de 1 uit. Het staat nu op 0,98, tegen 1,14 een week geleden en 1,04 afgelopen vrijdag. Bij een reproductiegetal van 1 blijft de uitbraak stabiel. Hoe verder daarboven, hoe meer mensen besmet raken, hoe sneller het virus zich verspreidt. Bij een getal onder de 1 kan de uitbraak langzaam maar zeker doven.
De verspreidingssnelheid van de Britse en Zuid-Afrikaanse varianten daalde fors. Het reproductiegetal van de Britse variant ging van 1,26 naar 1,06, het cijfer van de Zuid-Afrikaanse mutatie daalde van 1,37 naar 1,01. Van de mensen die drie weken geleden positief testten, hadden twee op de drie de Britse variant onder de leden. Dat niveau wordt iets later bereikt dan verwacht.
De Britse variant is tot nu toe vastgesteld bij 1279 mensen in Nederland. De Zuid-Afrikaanse variant is 69 keer aangetroffen.
De meeste mensen raken nog steeds thuis besmet. Zes op de tien nieuwe gevallen zijn te herleiden naar de thuissituatie. Bezoek is steeds minder vaak de oorzaak, maar blijft een belangrijke "setting van besmetting", net als werk en school.
Sinds het begin van de uitbraak zijn 140.540 mensen die in de zorg werken positief getest, ongeveer 2500 meer dan vorige week. Het aantal coronagevallen onder medewerkers van onderwijs en kinderopvang steeg met ruim 1400 naar 50.997. Van 28 zorgmedewerkers en 9 mensen in onderwijs en opvang is bekend dat ze aan het virus zijn overleden.