Toen de overheid in augustus met nieuwe richtlijnen voor het gebruik van mondmaskers in de ouderenzorg kwam, stond daar niet expliciet bij wat er was veranderd. "Het was beter geweest als we dit duidelijk hadden vermeld", zegt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu vrijdag.
Het instituut reageert op een onderzoek van Nieuwsuur. In de begindagen van de uitbraak kregen medewerkers in de ouderenzorg te horen dat ze geen mondmasker hoefden te dragen wanneer ze kort bij ouderen in de buurt waren, bijvoorbeeld om snel even iets te pakken of te geven. Het risico dat ze iemand zo zouden besmetten of zelf het virus zouden oplopen bij "vluchtig contact" was vermoedelijk klein, was de gedachte erachter. Daarnaast speelde mee dat beschermingsmiddelen toen schaars waren, aldus een RIVM-woordvoerder.
Volgens het RIVM bleek "in de loop van de tijd dat het advies over vluchtige contacten tot onduidelijkheid en problemen in de praktijk leidde". Daarom besloot het instituut tijdens de zomer om de richtlijnen nog eens tegen het licht te houden. Volgens Nieuwsuur gebeurde dat stilzwijgend, maar dat bestrijdt het RIVM. Bovendien zegt het instituut dat het nooit heeft ontkend dat schaarste een rol speelde bij de adviezen.