Het is nog niet bekend hoeveel ouderen, hoeveel vijftigers en hoeveel mensen van andere leeftijden een boosterprik tegen het coronavirus hebben gekregen. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) werkt aan een overzicht van de opkomst per leeftijdsgroep, maar dat is nog niet klaar.
Vertrekkend coronaminister Hugo de Jonge zei maandag dat het zetten van de boosterprikken sneller gaat dan verwacht, maar dat de opkomst nog verder omhoog kan. Volgens de minister zijn te weinig mensen de extra prik komen halen.
Voor de eerste en tweede prikken zijn die vaccinatiecijfers er wel. Zo heeft 92 procent van de mensen van 81 jaar en ouder minstens één prik gehad. De vaccinatiegraad is het hoogst onder mensen van 71 tot en met 90. Daar is 93 procent volledig gevaccineerd. Ouderen waren als eersten aan de beurt om een boosterprik te krijgen, omdat zij vanwege hun leeftijd het grootste risico lopen bij een coronabesmetting. Bovendien lijkt de bescherming van de vaccins bij hen het meest te zijn afgezwakt door de lange duur sinds de vorige prikken.
Onder 31- tot en met 40-jarigen is 75 procent volledig gevaccineerd en onder 18- tot en met 30-jarigen 72 procent. Zij zijn sinds kort aan de beurt voor de oppepprik. De vaccinatiegraad is met 66 procent het laagst onder 12- tot en met 17-jarigen. Zij kunnen nog geen boosterprik krijgen.