Alleen tijdens de eerste golf van de coronacrisis, van maart tot juni 2020, gingen Nederlanders minder vaak naar de huisarts. Tijdens de tweede golf, van september tot december van hetzelfde jaar, was dat niet meer zo. Dat concluderen de gezondheidsinstituten RIVM en Nivel in een gezamenlijk onderzoek.
Volgens de onderzoekers gingen tijdens de eerste golf 11 procent minder patiënten naar de huisarts dan in dezelfde periode in 2019. In de tweede golf was het aantal bezoeken weer hetzelfde als voor de pandemie. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu komt dat mogelijk doordat mensen minder bang waren dan in het begin. Een andere mogelijke verklaring is dat er iets meer telefonische consults waren tijdens de tweede golf.
De onderzoekers weten niet wat voor effecten latere coronagolven op het huisartsenbezoek hadden, omdat daar nog geen gegevens van beschikbaar waren bij het opstellen van het maandag verschenen rapport.
Ondervraagden noemden verschillende redenen om zorg te mijden. Zo gaven sommigen aan dat assistenten van huisartsen strenger selecteerden wie er voor een bezoek in aanmerking kwamen. En soms vonden mensen zelf dat hun klachten niet ernstig genoeg waren. "Ook de berichtgeving in de media had invloed. Mensen met klachten waren bang besmet te raken of om het coronavirus door te geven", aldus het RIVM. Daarnaast waren er ook mensen die dachten dat het niet mogelijk was om een afspraak te maken omdat de reguliere zorg afgeschaald werd.
In de studie is niet gekeken naar de gevolgen van de zorgmijding. Het RIVM doet nog apart onderzoek naar de gevolgen van uitgestelde zorg in de ziekenhuizen.