Een nieuwe omikronvariant van het coronavirus is voor het eerst in Nederland opgedoken. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft de zogenaamde BA.5-variant deze week vastgesteld. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) lijkt de variant niet ziekmakender of besmettelijker dan de huidige omikronvariant die momenteel in Nederland rondgaat.
De variant werd gevonden na een aanvullend onderzoek van het RIVM in samenwerking met kenniscentrum Saltro. Het testmonster was op 11 april afgenomen. In de wekelijkse steekproef van het RIVM is de variant nog niet voorgekomen. Daardoor lijkt het erop dat de variant nog niet breder is verspreid in Nederland. Het instituut onderzoekt iedere week ongeveer 1500 testmonsters op mogelijke veranderingen van het coronavirus.
Varianten van omikron, BA.4 en BA.5, zijn eerder door de WHO vastgesteld in Duitsland, Denemarken en het zuiden van Afrika. Momenteel hebben we in Nederland vooral te maken met de BA.2-variant. Het erfelijk materiaal van de BA.5-variant is anders, wat onder meer te zien is op de 'spikes' van het coronavirus. Deze spikes zijn juist het herkenningspunt voor het afweersysteem van mensen. Volgens het RIVM wordt nog onderzocht of deze variant daarom beter of slechter te herkennen is door het immuunsysteem.
Viroloog Marion Koopmans maakte zich eerder al zorgen om BA.4 en BA.5. Dat de varianten in delen van Zuid-Afrika de overhand hebben gekregen, betekent volgens Koopmans dat ze 'fitter' zijn dan andere varianten. Het is mogelijk dat vaccins minder goed werken tegen de omikronvarianten.