Wanneer de corona-maatregelen worden afgebouwd, wordt het gebruik van mondkapjes door contactberoepen, zoals kappers, tandartsen en fysiotherapeuten, opnieuw bekeken. Directeur Jaap van Dissel van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) blijft wel tegenstander van mondkapjes in de publieke ruimte.
Dat zegt hij in een bijpraatsessie in de Tweede Kamer over het coronavirus. Wegens het tekort aan middelen worden mondkapjes nu alleen gebruikt in de zorg. "Als de schaarste minder wordt, zullen we steeds kijken of ze in bepaalde situaties wel degelijk toegevoegde waarde kunnen hebben", zegt Van Dissel.
Ze kunnen onderdeel uitmaken van de 'exit-strategie’, voor het afbouwen van de corona-maatregelen. Als mensen weer naar de kapsalon mogen, zouden kappers ze bijvoorbeeld kunnen dragen.
Sjaak de Gouw, directeur publieke gezondheid van de GGD, verwacht dat er over drie tot vier weken geen tekort meer is aan mondkapjes. Dat is dan volgens hem het moment om na te denken om deze middelen ook in andere sectoren dan de zorg in te zetten. Dan moet gedacht worden aan de contactberoepen.
Het gebruik van in elkaar geknutselde mondkapjes, die in de Verenigde Staten populair zijn, vindt Van Dissel geen goed idee. Hij waarschuwt nogmaals voor een gevoel van schijnveiligheid. "Mondkapjes moeten aan bepaalde eisen voldoen." Mondkapjes die gemaakt zijn door "iemand die zelf thuis met de naaimachine aan de slag gaat" zijn weinig effectief.
"Ik zou ervoor pleiten gebruik maken van types die we hebben waarvan bekend is wat ze doen in de verschillende situaties, om die dan zo goed mogelijk in te zetten", zegt Van Dissel. Omdat er daar zo weinig van zijn, moet gericht worden gekeken welke beroepen hier iets aan hebben.