De subvariant van het coronavirus centaurus lijkt in Nederland aan terrein te winnen. Het RIVM meldt een toename van het aantal mensen dat deze omikron-variant van het virus - officieel BA.2.75 genaamd - heeft.
De subvariant wordt sinds juli van dit jaar in verschillende landen waargenomen. Centaurus is onder meer gezien in India, Australië, Japan, Canada, de VS, Duitsland, Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Waar in Nederland afgelopen weken in de zogenoemde kiemsurveillance telkens maximaal één geval van centaurus werd gedetecteerd, ging het in week 32 ineens om negen gevallen, aldus een woordvoerder van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu in toelichting op de wekelijkse bijwerking van de landelijke coronacijfers.
"Of deze toename doorzet zal komende weken blijken", stelt het instituut. Het is ook nog te vroeg om te kunnen zeggen of de toename van centaurus gaat leiden tot meer infecties. "De BA.2.75 lijkt door kleine specifieke veranderingen de opgebouwde afweer tegen Covid-19 (door vaccinatie of een infectie) gemakkelijker te kunnen omzeilen", stelde het RIVM eerder al. Ziekmakender lijkt de subvariant vooralsnog niet. Ook werken zelftesten volgens de woordvoerder naar het er nu uitziet ook voor centaurus.
Andere subvarianten van omikron hebben volgens de woordvoerder wel tot kleine piekjes in het aantal besmettingen geleid, zoals afgelopen zomer het geval was met de varianten B.2.12.1, BA.4 en BA.5.
Het aantal coronagevallen neemt overigens nog steeds af. In de afgelopen zeven dagen zijn 7735 besmettingen bevestigd met een test. Dat is een daling van 13 procent ten opzichte van de week daarvoor. Ook het aantal mensen dat vanwege coronaklachten naar het ziekenhuis moest nam verder af. In de afgelopen week moesten 238 mensen worden opgenomen als gevolg van hun besmetting, een week eerder waren dat er nog 267.