Toen autoriteiten in Westerse landen besloten om mRNA-vaccins in te zetten tegen het oprukkende coronavirus, hield de man die de basis had gelegd voor de mRNA-technologie zich aanvankelijk afzijdig. Een gesprek met een Canadese arts bracht Robert Malone op andere gedachten.
“Ik treed niet graag op de voorgrond”, zegt Malone. “Dat doe ik de laatste maanden wel, maar dat is nieuw voor me. Ik heb mijn hele leven, ook toen ik de mRNA-technologie ontwikkelde, gewerkt op de achtergrond.”
Die houding cultiveerde Malone als overlevingsstrategie. De belangrijkste bewoners van de bovenste echelons van de Amerikaanse life sciences , op het grensvlak tussen moleculaire technologie, biologie en farmacologie zijn uiterst intelligente, creatieve, gedreven en competitieve individuen, legt hij uit. “Die mentaliteit zorgt ervoor dat er dingen van de grond komen”, zegt hij. “Maar het zorgt er ook voor dat, als je op wat voor manier dan ook een bedreiging voor iemands positie vormt, al snel van een collega of een vriend verandert in een vijand.”
Robert Malone past maar half in de omgeving waarin hij nog steeds zijn brood verdient. Hij heeft de fascinatie met de biologie, de intelligentie en de creativiteit, maar mist de zucht naar erkenning en de bedrevenheid in het intellectuele ellebogenwerk. Die mentaliteit maakte dat uiteindelijk
anderen met zijn fundamentele werk aan mRNA-technologie konden pronken, ook al schreef hij de patenten.
Lees het gehele interview van Willem Koert met Robert Malone op
OverNu, "De coronavaccins die we nu aan het toedienen zijn, zijn geen traditionele vaccins. Het zijn gentherapeutica, en gentherapeutica moet je beoordelen aan de hand van andere criteria.”