Het Rode Kruis vreest dat meer dakloze mensen op straat moeten leven nu gemeenten de noodopvang sluiten. Vanwege corona mochten ook mensen die normaal gesproken geen recht hebben op noodopvang, bijvoorbeeld migranten uit Oost-Europa, er toch gebruik van maken. Dat stopt nu de coronamaatregelen worden afgebouwd.
Een onverantwoorde situatie, vindt het Rode Kruis dat de overheid oproept te voorkomen dat mogelijk honderden mensen de komende tijd gedwongen op straat moeten slapen. Dokters van de Wereld en Valente, de branchevereniging voor onder meer opvanglocaties, steunen die oproep. "We maken ons zorgen om deze mensen. Vooral omdat we nog midden in een pandemie verkeren en de coronamaatregelen nog steeds van kracht zijn en niet alle openbare ruimtes weer volledig open zijn", zegt Heleen van den Berg, hoofd Nationale Hulpverlening van het Rode Kruis.
Tijdens de coronacrisis zagen de organisaties nieuwe mensen die dak- en thuisloos raakten, vaak arbeidsmigranten uit Zuid- en Oost-Europa die naar Nederland kwamen om te werken, maar tijdens de coronapandemie hun baan kwijtraakten. Omdat bij hun werk vaak onderdak werd geregeld, stonden ze ook op straat. De organisatie schat dat zo’n 2500 tot 3000 'EU-migranten' dakloos zijn.
Het ontbreken van opvang voor dak- en thuislozen zorgt voor veel onzekerheid en gezondheidsrisico’s, stelt Jasper Kuipers, directeur van Dokters van de Wereld. "Onze artsen zien dag in dag uit dat mensen zonder adequate huisvesting beduidend meer gezondheidsproblemen hebben, zowel fysiek als psychisch. Opvang is een absolute randvoorwaarde voor gezondheid. Het steeds op- en afschalen van opvang door het veranderende rijksbeleid leidt bovendien tot onnodige verspreidingsrisico’s en legt een enorme druk op hulpverleners."