Het Rode Kruis wil dat de overheid Nederlandse vrouwen en kinderen die zich momenteel in Syrische kampen bevinden, terughaalt en in eigen land berecht. Volgens de hulporganisatie is dat de enige realistische optie om te voorkomen dat eventuele misdaden onbestraft blijven.
Na het uiteenvallen van terreurgroep IS zijn veel vrouwen en kinderen van voormalige IS-strijders terechtgekomen in kampen onder controle van Koerden. De hulporganisatie vindt dat onderzocht moet worden of de vrouwen in de kampen het humanitair oorlogsrecht of mensenrechten hebben geschonden. "De beste manier om gerechtigheid te krijgen voor de slachtoffers, is als landen hun eigen burgers terughalen en berechten. Iedereen heeft recht op een eerlijk proces en om op een menselijke manier behandeld te worden", zegt Juriaan Lahr, hoofd Internationale Hulp bij het Rode Kruis.
Het Rode Kruis benadrukt een neutrale organisatie te zijn "die geen partij kiest in een conflict". "Het is aan het rechtssysteem om deze vrouwen al dan niet te veroordelen. We hebben begrip voor de moeilijke afwegingen die landen moeten maken als het gaat om deze kwestie. Toch ziet het Rode Kruis geen andere oplossing dan dat landen verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen burgers", aldus Lahr.
Nederlandse autoriteiten hebben al verschillende mogelijkheden verkend om de vrouwen in de regio voor de rechter te laten verschijnen. Het gaat dan bijvoorbeeld om berechting via het Internationaal Strafhof of een speciaal opgericht tribunaal. Geen van deze paden bleek echter veelbelovend, stelt het Rode Kruis.
Zo zouden kinderen het slachtoffer worden van politieke keuzes als hun moeders in de regio voor de rechter moeten komen, zegt de organisatie. "Als hun moeders in de regio worden veroordeeld, moeten ze ofwel mee in gevangenschap of moeten ze onbegeleid verder", zegt Lahr. "Daarnaast kan het intrekken van hun paspoorten betekenen dat deze kinderen geen nationaliteit meer hebben. Hierdoor is geen enkel land nog voor hen verantwoordelijk. Dit brengt hen niet alleen in gevaar, het is ook niet toegestaan volgens het internationaal recht."
Het Rode Kruis biedt in een deel van de kampen humanitaire hulp. De omstandigheden zijn daar volgens de organisatie "erbarmelijk" en "onacceptabel". Nederlander Guido Versloot werkt in Al Hol, een van die kampen: "Op dit moment is het hier bijna vijftig graden. Het kamp ligt op een kale vlakte en er zijn bijna geen bomen. In het kamp wonen vooral vrouwen en kinderen. Sommige mensen zitten hier al jaren, zonder hoop om er ooit uit te komen. Dat zie je ook aan ze: er is geen toekomst. Ze leven, maar ze leven eigenlijk ook niet."
Er is al jaren discussie over de vraag of IS-vrouwen en hun kinderen teruggehaald moeten worden. Die discussie is opnieuw opgelaaid nadat demissionair minister van Justitie Ferd Grapperhaus eerder deze maand besloot een vrouw terug te halen die zich had aangesloten bij IS. De Tweede Kamer debatteert donderdag over het onderwerp.