Wie is er nu eigenlijk de baas op een ministerie dat twee ministers telt? Die vraag, die al in de kabinetsformatie opspeelde, dreigt op het bordje van de rechter te belanden. Over de kwestie dient dinsdag een kort geding.
Het vraagstuk speelt een belangrijke rol in de tuchtzaak die fiscalist Karim Aachboun heeft aangespannen tegen minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid over diens optreden toen hij nog advocaat was. Aachboun wil weten of Grapperhaus zelf een aandeel had in de benoeming van de tuchtrechter die recht moest spreken in hun geschil. Dat zou volgens hem betekenen dat van een eerlijk proces geen sprake was.
Grapperhaus houdt vol dat zijn collega op het departement, minister voor Rechtsbescherming Sander Dekker, de tuchtrechter heeft aangesteld. Maar dan moet Grapperhaus Dekker wel expliciet daartoe de bevoegdheid hebben gegeven, stelt Aachboun. De wet kent immers maar één minister van Justitie en Veiligheid, die eindverantwoordelijk is voor benoemingen als deze. Daarom stapt de fiscalist naar de rechter. Hij wil van het ministerie alle documenten over de benoeming om te kunnen vaststellen of die wel volgens de wet is verlopen.
De Eerste Kamer vreesde tijdens de kabinetsformatie al dat er gedoe zou ontstaan over de taakverdeling van ministers die een departement delen. De Senaat vroeg het kabinet duidelijk te maken wie de leiding over het ministerie heeft. Op het ministerie van Justitie en Veiligheid is dat Grapperhaus, antwoordde het kabinet. Verder verwijst het naar de portefeuilleverdeling die de ministers hebben afgesproken. Volgens die verdeling heeft Dekker, en niet Grapperhaus, de rechterlijke macht onder zijn hoede.