De Rotterdamse gemeenteraad heeft ingestemd met een noodsteunlening aan de noodlijdende dierentuin Blijdorp vanwege het coronavirus. Daarvoor moet er wel een sociaal plan komen voor het personeel en mogen er geen dieren worden afgemaakt uit geldnood.
Op 15 oktober besloot de raad de noodsteunlening van 10 miljoen euro al voor een deel als voorschot uit te keren. Omdat er zakelijke voorwaarden aan de lening zitten, aldus de Rotterdamse wethouder Bert Wijbenga, moet de diergaarde wel weerbaar zijn voor de toekomst en een gezonde bedrijfsvoering krijgen. Daarvoor is een 3,75 miljoen euro besparende reorganisatie nodig.
De ondernemingsraad van Blijdorp is akkoord gegaan met het reorganisatieplan van de directie, dat volgens vakbond FNV leidt tot banenverlies en slechtere arbeidsvoorwaarden. De raad ziet nu graag dat alle partijen weer met elkaar in gesprek gaan. Ook doet de raad een moreel appel op de directieleden om het goede voorbeeld te geven bij de reorganisatie en een evenredig deel van hun salaris inleveren, aangezien het personeel dat ook moet.
In november ontving Blijdorp al 4 miljoen van de 10 miljoen euro, maar de raad heeft in een aangenomen motie laten blijken dat als voorwaarde om de overige noodsteun van 6 miljoen euro te ontvangen er geen dieren worden afgemaakt vanwege financiële nood. Eerder ontstond hierover ophef, toen wethouder Wijbenga meldde dat Blijdorp om het aantal dieren te verminderen, in het uiterste geval en "zeer tegen haar zin" misschien zal moeten overgaan tot euthanasie.
De raad wil daarnaast onder meer dat het college de mogelijkheden onderzoekt om vanaf 2022 een jaarlijkse subsidie te verstrekken om de dierentuin draaiende te houden en noodzakelijk onderhoud te kunnen plegen.
Naast de gemeentelijke steun verwacht Blijdorp, net als andere noodlijdende dierentuinen in Nederland, geld vanuit het Rijk. De regeling van 39 miljoen euro ligt nog in Brussel, waar de Europese Commissie de staatssteun eerst nog moet goedkeuren.