Tijdens de eerste coronagolf dit voorjaar stierven ruim 10.000 mensen in Nederland aan vastgestelde of vermoedelijke Covid-19, maakte statistiekbureau CBS bekend op basis van voorlopige cijfers.
Van alle coronadoden ontving 60 procent langdurige zorg. Dat zijn chronisch zieken, kwetsbare ouderen en mensen met een ernstige geestelijke of lichamelijke beperking.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek stelt ook vast dat er meer mannen (53 procent) dan vrouwen (47 procent) zijn overleden aan corona. Onder 75- tot 80-jarigen stierven bijna twee keer zo veel mannen als vrouwen aan de ziekte. De gemiddelde leeftijd van overleden mannen bij wie corona was vastgesteld was 79,7 jaar. Bij vrouwen was dit 83,8 jaar.
Het aantal coronadoden heeft betrekking op de periode vanaf maart tot en met juni. Daarbij liet de maand april een piek zien van meer dan 6000 mensen die aan de ziekte doodgingen.
In de eerste helft van dit jaar overleden in totaal ruim 86.000 Nederlanders. Dat is bijna 9000 meer dan in dezelfde periode vorig jaar. "De hogere sterfte valt samen met de corona-epidemie in Nederland", aldus het CBS.
Het aantal mensen dat in de eerste jaarhelft aan kanker overleed lag meer dan twee keer zo hoog vergeleken met het aantal coronadoden, namelijk bijna 24.000. In die periode stierven ruim 19.000 mensen aan hart- en vaatziekten en ruim 10.500 aan psychische stoornissen of ziekte van het zenuwstelsel, waaronder dementie.
De cijfers over doodsoorzaken zijn gebaseerd op doodsoorzaakverklaringen ingevuld door een arts.