Het aantal mensen dat een boosterprik tegen het coronavirus heeft laten zetten, is opgelopen tot 1.555.833. Dat betekent dat ongeveer 300.000 mensen in de afgelopen week de extra prik hebben gehaald. In de weken ervoor haalden ongeveer evenveel mensen de inenting. De nieuwe vaccinatieronde, bedoeld om het afweersysteem een oppepper te geven, startte begin oktober.
De vaccinatie begon met mensen van 60 jaar en ouder. In die groep is inmiddels 28,9 procent gevaccineerd, meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Vorige week was dit 23,3 procent.
De vaccinatiegraad is het hoogst onder mensen die tussen 1934 en 1943 geboren zijn. In die groep is ruim de helft ingeënt.
Ook andere groepen kunnen de boosterprik krijgen. Dit zijn mensen van 18 tot en met 59 jaar die bijvoorbeeld het syndroom van Down hebben of een ernstige afweerstoornis. Zij lopen een groter risico als ze besmet raken met het coronavirus. Ook zorgmedewerkers en zwangere vrouwen kunnen de prik krijgen, net als mensen die zelf geen risico lopen maar een kwetsbaar gezinslid hebben.
Ongeveer 7,5 miljoen mensen komen in aanmerking voor de vaccinatie. Het ministerie van Volksgezondheid verwacht op basis van eerdere rondes dat ongeveer 4 miljoen mensen daadwerkelijk de prik laten zetten. De campagne loopt tot eind december.