Meer dan 2,7 miljoen mensen hebben in het najaar een boosterprik tegen het coronavirus gekregen. Dat is minder dan was verwacht. De opkomst onder 60-plussers was ook lager dan een jaar eerder, meldt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
De vaccinatiegraad onder mensen van 60 jaar en ouder is 50,5 procent. Een jaar eerder was de opkomst in die groep 59 procent.
Vooral tachtigers hebben de inenting gehaald. Bijna twee op de drie mensen van 80 tot en met 84 jaar zijn gevaccineerd. Van de mensen van 60 tot en met 64 is minder dan een derde ingeënt.
Ongeveer 7,5 miljoen mensen kwamen in aanmerking voor de vaccinatie. Dit zijn bijvoorbeeld ouderen, mensen met het syndroom van Down, mensen met een ernstige afweerstoornis, zorgmedewerkers en zwangere vrouwen. De nieuwe prik moest de afweer tegen het coronavirus een oppepper geven voor de herfst- en wintermaanden. De campagne begon op 2 oktober. Het ministerie van Volksgezondheid was ervan uitgegaan dat 4 miljoen mensen de prik zouden laten zetten. Dat was ook de opkomst bij de boosterronde eind 2022.
Steeds minder mensen liggen met een coronabesmetting in het ziekenhuis. Momenteel worden 346 positief geteste mensen verzorgd op een verpleegafdeling of intensive care. Dat is het laagste aantal sinds begin oktober. In de afgelopen zeven werkdagen zijn gemiddeld zo'n 71 nieuwe coronapatiënten binnengekomen. De instroom is sinds begin januari meer dan gehalveerd.
De drukte piekte in de eerste helft van december, toen ruim 900 coronapatiënten opgenomen waren, maar sindsdien zijn honderden bedden weer vrijgekomen. Ook in het rioolwater zijn steeds minder virusdeeltjes te vinden, wat erop wijst dat er daadwerkelijk minder mensen besmet zijn. Het instituut denkt dat mensen in de afgelopen tijd weerstand hebben opgebouwd door vaccinatie of doordat ze besmet zijn geweest.