Het aantal coronabesmettingen in de zorg loopt snel op. In de afgelopen week registreerde het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) meer dan 5500 positieve tests onder mensen die in de zorg werken. Dat is het hoogste aantal sinds half januari, vlak na het begin van de vaccinatiecampagne. Mensen die in de zorg werken, waren in januari als eersten aan de beurt om de coronaprik te krijgen.
Het RIVM noteerde in de laatste zeven dagen 5518 positieve tests onder zorgmedewerkers. Het kan zijn dat hier mensen tussen zitten die eerder te horen kregen dat ze het virus onder de leden hebben, maar dat het RIVM nu hun beroep noteerde.
Een week eerder waren er 4589 nieuwe gevallen in de zorg aan het licht gekomen, en de week daarvoor 3152. In september, vlak voor het begin van de huidige golf, waren er wekelijks enkele honderden positieve tests onder zorgmedewerkers.
In de weekcijfers van 19 januari meldde het RIVM dat het in de week ervoor 5862 positieve tests onder zorgmedewerkers had geregistreerd.
Dat de zorgmedewerkers positief zijn getest, wil niets zeggen over de plek waar ze het hebben opgelopen. Dit kan ook thuis, in een café of waar dan ook zijn gebeurd. Maar een zorgwerknemer die het virus onder de leden heeft, kan meestal even niet werken. Dan heeft de zorg steeds minder mensen beschikbaar om voor steeds meer patiënten te zorgen.
Zorgmedewerkers kunnen, net als ouderen, vanaf 6 december een boosterprik krijgen. Dat moet hun afweer tegen het coronavirus een oppepper geven.