Nederlandse gemeenten vangen woensdag ruim 8000 Oekraïense vluchtelingen op. Er zijn inmiddels ruim 22.000 plekken voor hen beschikbaar. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Waarschijnlijk bevinden zich nog meer Oekraïners in Nederland. Mensen die bij vrienden of familie verblijven worden in deze cijfers niet meegeteld.
Het aantal opvangplekken is ten opzichte van dinsdag met 750 uitgebreid. Het doel is dat er na het weekend ten minste 25.000 plekken beschikbaar zijn, en in de periode daarna nog zeker het dubbele. Hoewel dat voor de gemeenten en de Veiligheidsregio's een grote opgave is, zal dat aantal volgens de voorzitters van die Veiligheidsregio's niet eens voldoen. Het aantal mensen dat opvang nodig had, steeg de voorbije dag met 800.
Staatssecretaris van Asiel Eric van der Burg meldde dinsdag dat hij van de Poolse minister van Binnenlandse Zaken heeft begrepen dat het aantal Oekraïners dat doorreist naar Duitsland en Nederland de komende tijd zal toenemen. Een inschatting van de aantallen kon de minister volgens Van der Burg niet geven. De opvang zoals die nu wordt opgezet is in veel gevallen tijdelijk.
Het kabinet werkt samen met hulporganisaties en lagere overheden nog aan oplossingen om de opvang van de vluchtelingen uit Oekraïne beter te structureren. Later woensdag komt het kabinet weer bijeen voor het wekelijkse crisisoverleg over de situatie.