Nog altijd komen er iedere week zo’n zevenhonderd tot duizend Oekraïners in Nederland aan die vluchten voor de oorlog. De meesten arriveren in Utrecht of Amsterdam. Door de constante instroom blijft de zoektocht naar nieuwe opvangplekken gaande, want momenteel is ruim 98 procent bezet.
Op 1 januari 2024 moeten er 90.000 plekken beschikbaar zijn en de vraag is of dat genoeg is, zegt Jaap Donker, directeur van de Veiligheidsregio Utrecht, die namens alle veiligheidsregio’s de opvang van Oekraïners en tot voor kort de crisisnoodopvang voor asielzoekers onder zijn hoede had.
In februari waren in ons land 75.000 plekken beschikbaar voor de Oekraïense vluchtelingen, dat is inmiddels opgeschroefd naar 80.315. Daarvan is nu zo'n 98,4 procent bezet. "Ook nu zijn nagenoeg alle plekken bezet", zegt Donker. "Het raakt echt vol. We zijn hard op zoek naar nieuwe opvangplaatsen. De noodzaak is hoog." In totaal verblijven er nu ruim 100.000 Oekraïense vluchtelingen in ons land. Ongeveer een vijfde van hen heeft onderdak gevonden bij particulieren of bijvoorbeeld via een kerk.
De opvang van vluchtelingen is normaliter geen taak voor veiligheidsregio's, maar op verzoek van het Rijk helpen ze tot en met het einde van dit jaar mee om plekken te vinden voor gevluchte Oekraïners. Samen met gemeenten wordt gekeken om richting 1 januari 2024 zoveel mogelijk uit te breiden naar 90.000 opvangplekken voor mensen die vluchten uit Oekraïne. Donker: "Wat het extra ingewikkeld maakt, is dat sommige panden een andere bestemming krijgen en dus niet langer gebruikt kunnen worden als opvanglocatie. Ook is bij sommige particulieren de rek eruit: zij vangen al lange tijd mensen op en willen daarmee stoppen."
Of 90.000 plekken genoeg zullen zijn, is volgens Donker moeilijk te voorspellen. Het aantal is onder meer gebaseerd op de huidige instroom en die van de afgelopen maanden. Afgezien van het vinden van voldoende opvangplekken, komt er volgens de directeur binnenkort nog een opgave bij. De verwachting is namelijk dat een groot aantal Oekraïners ook als de oorlog voorbij is, zal blijven. "We zien dat een grote groep mensen een baan vindt en op zoek gaat naar structurele woonruimte. Vanwege de huidige problemen in de woningmarkt is dat een vraagstuk waar we ook over na moeten denken."