Van alle meisjes en jonge vrouwen tussen de 15 en 25 jaar krijgt ruim de helft (58 procent) te maken met online-intimidatie, onder meer via sociale media. Het gaat onder andere om seksuele intimidatie en dreiging met seksueel geweld. Daardoor durven meisjes zich minder uit te spreken, loopt hun zelfvertrouwen schade op en houdt twintig procent van hen er problemen op school aan over, schrijft Plan International in een rapport naar aanleiding van de Internationale Wereldmeisjesdag.
Plan International sprak ruim 14.000 meisjes en jonge vrouwen uit 31 landen voor het onderzoek, waaronder duizend uit Nederland. Wereldwijd geeft veertig procent aan dat online-intimidatie hen mentale en emotionele stress bezorgt. Een kwart voelt zich onveilig door de intimidatie, stelt Plan International.
De meisjes zijn volgens de organisatie doelwit van intimidatie vanwege hun geslacht en leeftijd. Iets minder de helft zegt dat zij geïntimideerd worden omdat zij hun standpunten delen. De aanvallen nemen toe als meisjes zich online uitspreken over feminisme, vrouwenrechten of politieke kwesties.
De meeste intimiderende opmerkingen krijgen meisjes te verduren op Facebook (39 procent) en Instagram (23 procent). In ruim de helft van de gevallen betreft het kwetsende, beledigende opmerkingen en bij 37 procent gaat het om seksuele intimidatie. 39 procent van de intimidaties gingen over dreiging met seksueel geweld zoals verkrachting.
Volgens Plan International gaan door de maatregelen tegen het coronavirus wereldwijd 700 miljoen meisjes nu niet naar school en zitten zij daardoor vaker dan ooit op het internet. De organisatie waarschuwt dat zij blijvende schade kunnen overhouden aan intimidatie. "Online-intimidatie legt meisjes wereldwijd het zwijgen op. En dat terwijl juist het internet zoveel kansen biedt voor meisjes om hun stem wel te kunnen laten horen", stelt Garance Reus-Deelder, directeur van Plan International Nederland.
De organisatie roept socialemediabedrijven op gegevens over online-intimidatie te verzamelen. Ook zouden dergelijke platformen effectieve mogelijkheden moeten bieden om 'gendergerelateerd' geweld op te kunnen sporen en de daders ter verantwoording te kunnen roepen.