Het Internationale Ruimtestation (ISS) krijgt een belangrijke uitbreiding, die uit Nederland komt. Een lange robotarm, die aan de buitenkant van het zwevende lab komt te zitten, wordt woensdag gelanceerd vanuit Kazachstan. Volgende week komt hij aan op zijn bestemming.
European Robotic Arm (ERA), heet de arm. Hij is 11 meter lang, met halverwege een grote 'elleboog', een scharnier waarmee hij kan manoeuvreren. Hij weegt iets meer dan 600 kilo en is in de ruimte in staat om objecten van zo'n 8000 kilo te tillen. Hij moet worden gebruikt bij klusjes aan de buitenkant van het ISS. Zo kan hij ruimtewandelaars naar de plek brengen waar ze moeten werken. Ook zitten er camera's op die de buitenkant van het ruimtestation kunnen inspecteren, zodat de bemanningsleden veilig binnen kunnen blijven.
Zo'n arm is heel belangrijk voor het ISS, zegt astronaut André Kuipers. "Het is een fantastisch apparaat. Je kunt meer bereiken. Soms hoef je daardoor geen ruimtewandeling te doen. Je bent minder tijd kwijt en je loopt minder gevaar."
Kuipers ging in 2004 voor het eerst naar de ruimte. Hij nam toen een schaalmodel van de Nederlandse robotarm mee naar het ISS. Tijdens zijn tweede vlucht, in 2011 en 2012, zou Kuipers de robotarm hebben moeten installeren. Hij trainde voor de ruimtewandeling, maar uiteindelijk kwam het er niet van. "Jammer, maar je traint ook voor dingen die niet gebeuren, zoals er ook dingen gebeuren waarvoor je niet hebt getraind. Dat hoort erbij. Maar als hij er straks is, stuur ik wel even een berichtje naar het ISS dat ik ze een cadeau heb gestuurd."
Dat Kuipers al in 2004 een ERA-model meenam, geeft aan hoe lang de weg naar de lancering is geweest. Het werk aan de robotarm begon al in de jaren 80. Hij zou toen een onderdeel worden van een Europese spaceshuttle. Dat project kwam nooit van de grond. Toen zou de arm op een nieuw Russisch ruimtestation komen. Vervolgens besloot Rusland om dat project te stoppen en mee te doen met het ISS. Daarna zou een spaceshuttle de robotarm naar het ISS brengen, maar de Verenigde Staten stopten met dat programma.
Onder de motorkap van de robotarm zit nog steeds de technologie uit de jaren 90, maar die doet het nog goed, zegt Sytze Kampen. Hij leidde de ontwikkeling van de arm voor het bedrijf Airbus Defence and Space uit Leiden, de hoofdaannemer van het project. "Als we het nu hadden gebouwd, zouden we in grote lijnen hetzelfde hebben gedaan. Wel zouden we betere camera's hebben gehad, waarmee we meer hadden kunnen zien. We hadden kunstmatige intelligentie kunnen gebruiken voor extra veiligheid. Maar die beveiliging is nu ook al ingebouwd. De arm heeft een model van het ISS in zijn geheugen, waardoor hij precies weet waar hij is en zelf botsingen tegen de wand van het ruimtestation kan voorkomen."
De ontwikkeling en de bouw van de arm hebben ongeveer 360 miljoen euro gekost. Daarvan droeg Nederland zo'n 240 miljoen euro bij.