Premier Mark Rutte blijft zwijgen over excuses die de regering deze maand zou willen aanbieden voor het slavernijverleden. Na afloop van overleg op het Catshuis met vertegenwoordigers van Caribisch Nederland en Suriname, zei hij alleen dat 19 december "een betekenisvol moment" wordt.
Ook zei Rutte dat hij zich eraan heeft geërgerd dat delen van de plannen zijn uitgelekt. "Mensen zijn daarmee geconfronteerd en moesten reageren op snippers informatie, dat is uiterst ongelukkig." Eerder lekte uit dat het kabinet op 19 december excuses wilde maken voor het slavernijverleden, maar belangengroepen maakten bezwaar tegen die datum. Zij willen liever dat excuses worden gemaakt op 1 juli volgend jaar.
De groep die donderdag in het Catshuis bijeen kwam, wil - samen met het kabinet - een "succes maken" van een betekenisvol moment op 19 december, zei Rutte. "Maar dat is een moment", benadrukt de premier. Daarna volgt "een heel proces", met 1 juli als nieuw belangrijk moment met de grote herdenking. "Maar ook dan is het niet klaar." Daarvan is volgens Rutte pas sprake als "niemand in Nederland meer wordt gediscrimineerd op grond van zijn of haar huidskleur."
De precieze kabinetsplannen rond Nederlandse excuses voor de slavernij zijn nog onduidelijk. De komende tijd wordt er nog over gesproken, onder meer tijdens een Catshuisoverleg op 13 december. Anderen die bij het gesprek aanwezig waren, zeiden dat is afgesproken dat op 19 december pas naar buiten wordt toegelicht hoe de plannen precies vorm krijgen. Dat in de komende maanden excuses gemaakt worden, lijkt wel zeker te zijn.
Het is volgend jaar precies 150 jaar geleden dat de slavernij binnen het Koninkrijk feitelijk ten einde kwam. Tien jaar eerder, in 1863, was slavernij al wettelijk afgeschaft, maar niet alle tot slaaf gemaakten kwamen toen direct vrij. Een deel moest nog tien jaar lang werken voor de slavenhouders.