Politiemensen, een handhaver en andere betrokkenen deden woensdagochtend hun verhaal over de avondklokrellen in Eindhoven tegenover premier Mark Rutte en justitieminister Ferd Grapperhaus. De bewindsmannen bezochten het stadhuis om in gesprek te gaan met getuigen en naar hun "heftige ervaringen" te luisteren. Ook burgemeester John Jorritsma was aanwezig bij het gesprek.
De politiemensen vertelden dat ze nog nooit zoiets hadden meegemaakt als de rellen die vorige maand uitbraken. De relschoppers deinsden niet eens terug voor politiepaarden, en probeerden agenten zelfs van het paard te trekken.
Naast politie, waren er ook medewerkers van de NS, ProRail en de lokale Jumbo aanwezig. De vakkenvullers en caissières moesten schuilen toen de vandalen de supermarkt bestormden. Een medewerker van ProRail vertelde hoe hij de bovenleiding had uitgezet om te voorkomen dat een mogelijke brand op het station nog ergere gevolgen zou hebben. Relschoppen hadden immers al auto's in de brand gestoken.
Het gesprek stond overigens al vlak na de rellen gepland, maar Rutte en Grapperhaus moesten die dag in de Kamer verschijnen. "Ik heb veel respect voor de manier waarop zij met deze extreme omstandigheden zijn omgegaan", schreef Rutte na afloop op Twitter over de getuigen. "En voor de inwoners van Eindhoven die direct klaarstonden om te helpen opruimen, een bloemetje te brengen of een inzameling te starten."