Premier Mark Rutte en klimaatminister Rob Jetten hebben in het Belgische Oostende met acht andere Europese landen een gezamenlijke verklaring ondertekend om van de Noordzee de 'groene energiecentrale van Europa' te maken. Nederland verplicht zich daarmee om de komende jaren zijn offshore energieproductie te verhogen. "We moeten er samen voor zorgen dat we die ambities de komende jaren ook gaan waarmaken", zei Jetten.
De negen landen hebben de ambitie om tegen 2030 120 gigawatt en in 2050 300 GW te gaan produceren. Volgens de gastheer van de tweede Noordzeetop, de Belgische premier Alexander De Croo, is die capaciteit genoeg om groene stroom uit wind en later waterstof aan 300 miljoen huishoudens in Europa te leveren.
Vier van de negen spraken vorig jaar al in het Deense Esbjerg af om meer windparken op zee te gaan bouwen. Het ging toen om Nederland, België, Duitsland en Denemarken. De coalitie is nu met Ierland, Frankrijk en Luxemburg uitgebreid tot zeven EU-landen plus het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen. Volgens de Duitse bondskanselier Olaf Scholz is sinds de energiecrisis vorig jaar bij alle leiders het besef doorgedrongen dat de transitie van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energie versneld moet worden.
De negen landen spraken niet alleen over het opvoeren van de windcapaciteit maar ook over de beveiliging van cruciale infrastructuur en de inrichting van de Noordzee, nu daar steeds meer windparken komen. "De Noordzee is van ons allemaal", zei premier Mark Rutte. Hij vindt dat een "balans" moet worden gevonden tussen energie, voedsel, natuur en veiligheid.