Komende kabinetten moeten "echt de hand op de knip houden", vindt demissionair premier Mark Rutte. Vanwege de naweeën van corona, de effecten van de hoge inflatie door de Oekraïne-oorlog en de hoge gasprijzen moet door een nieuw kabinet "scherp worden gestuurd".
Rutte waarschuwt ook de Tweede Kamer om de komende tijd, te beginnen met de algemene politieke beschouwingen van woensdag en donderdag, op de overheidsfinanciën te letten. "Je kunt niet zomaar extra geld uitgeven of de lasten verhogen. En je moet letten op je concurrentiekracht. We moeten oppassen dat we niet de kip met de gouden eieren slachten." De concurrentiepositie van het bedrijfsleven moet niet verslechteren, zegt hij meerdere keren in het gesprek. "Gebruik het bedrijfsleven niet als pinautomaat."
Aan de forse verhoging van het minimumloon die een aantal partijen voorstellen, zitten volgens Rutte forse financiële risico's, zeker als de koppeling met de AOW gehandhaafd blijft. Dat kost de overheid miljarden, terwijl het koopkrachtprobleem niet bij de mensen met een AOW-uitkering ligt. Het tweede risico is inflatie.
Vanaf 2028 moet 17 miljard extra in de staatskas komen, adviseert de Studiegroep Begrotingsruimte. De geschiedenis leert dat dit meestal wordt gevonden door een derde van het benodigde bedrag binnen te halen via lastenverhoging en tweederde door in uitgaven te snijden, doceerde Rutte. "Als je dat verstandig doet en een beetje de groei in de gaten houdt, dan hoeven komende kabinetten niet opeens hele zware ingrepen te doen, vermoed ik."