Demissionair premier Mark Rutte erkent dat de cultuurbranche op Prinsjesdag niet de aandacht heeft gekregen die zij verdient. Het kabinet is bereid de sector langer financieel te blijven ondersteunen, zo belooft hij tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer.
In alle discussies over steun aan bedrijven die hard geraakt werden door de coronamaatregelen raakte de cultuursector "soms wat ondergesneeuwd", geeft Rutte toe. "Maar ook daar is het natuurlijk ongelofelijk zwaar geweest en tot op zekere hoogte nog steeds. Gelukkig kan er weer veel meer".
Rutte heeft "ontzettend veel respect voor onze orkesten en musici, onze toneelspelers en cabaretiers" en voor andere cultuurmakers die "onder hele moeilijke omstandigheden" hun best hebben gedaan "hun vakmanschap" te blijven tonen. Hij erkent dat zij "een grote bijdrage aan onze samenleving" leveren.
PvdA-leider Lilianne Ploumen is blij dat de cultuursector "een waarderend woord" krijgt vanuit het kabinet "Dat heeft te lang geduurd." Zij wijst erop dat culturele ondernemers nog steeds kampen met de financiële naweeën van de crisis, en ook nog last hebben van beperkende maatregelen. Langere financiële ondersteuning is hard nodig, aldus Ploumen.
D66'er Rob Jetten noemt de sector "de grote ontbrekende in de troonrede". Koning Willem-Alexander stond daarin uitgebreid stil bij verschillende bedrijfstakken die het de afgelopen anderhalf jaar erg zwaar hebben gehad, maar noemde de kunst en cultuur daarbij niet. "Dat heeft de demissionaire premier bij deze goed hersteld".