"Ik ben ook niet trots op alles wat ik teruglees", zei demissionair premier Mark Rutte in het debat over de notulen van de ministerraad over zijn eigen opmerkingen die daarin zijn opgetekend. Vooral dat hij instemde met de opmerking van VVD-minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) dat coalitiepartijen niet kritischer mogen zijn dan de oppositie, is "ongepast", zei hij. Toch is het af en toe bespreken van Kamerleden "niet te vermijden", meent Rutte.
Verschillende ministers lieten zich negatief uit over kritische Kamerleden van de coalitie. Ook de minister-president deed daar uitgebreid aan mee. Zo blijkt dat hij "weinig begrip" had voor coalitie-Kamerleden die zich op hun eigen onderwerp profileren in de media en daarbij ook kritiek uiten op het kabinet. "Ik had het niet erg gevonden als ik die opmerking niet gemaakt had", zei Rutte daarover op vragen van SP-leider Lilian Marijnissen.
Rutte ging niet mee met Jesse Klaver (GroenLinks) die vroeg om Van Nieuwenhuizen alsnog aan te spreken op haar opmerking. Rutte vindt een reprimande anderhalf jaar later niet gepast. "Ik vind het ingewikkeld om in een plenair debat een collega een klap om de oren te geven. Dat vind ik niet correct." Ook vindt de premier het gek Van Nieuwenhuizen hierover een standje te geven, omdat hij zelf de bewindsvrouw toentertijd bijviel.
Wel gaat Rutte op verzoek van Sophie Hermans van de VVD in de ministerraad van vrijdag nog eens "in reflecterende zin" de woorden van Van Nieuwenhuizen bespreken. "Hier kan ik mee leven", zei de premier.
Volgens de premier is het evenwel onvermijdelijk dat er in de wekelijkse ministerraad zo nu en dan Kamerleden onderwerp van gesprek zijn. Bijvoorbeeld omdat de Kamer officieel opdrachtgever van het kabinet is, en kabinet en Kamer mede-wetgevers zijn. Soms eist de Kamer bijvoorbeeld iets van een bewindspersoon waarbij "er een spanning zit tussen snelheid en zorgvuldigheid". Zo'n opdracht wordt dan in het kabinetsberaad besproken.
Ook blikken de ministers vaak terug en vooruit op belangrijke debatten in de Tweede en Eerste Kamer. "Het is ook een team. Soms is het even stoom afblazen als iemand een heel heftig Kamerdebat heeft gehad, dat gebeurt soms. Die emotie kan dan ook in de ministerraad", zegt Rutte. Dit is wel de "gevoeligste" context waarin politici besproken kunnen worden, gaf hij toe.