Demissionair premier Mark Rutte verschijnt komende week opnieuw voor de parlementaire enquêtecommissie die onderzoek doet naar het fraudebeleid van de overheid. Het is de laatste week van openbare verhoren door de commissie, waarin het onder meer gaat over de rechtsbescherming van burgers.
Rutte wordt woensdag gehoord over zijn rol als minister-president. De scheidend VVD-leider bekleedt die functie sinds 2010. Eerder hoorde de commissie hem al onder ede over zijn tijd als staatssecretaris van Sociale Zaken in de eerste twee kabinetten-Balkenende.
Behalve Rutte komen in de laatste verhoorweek opnieuw oud-kopstukken van de Belastingdienst aan het woord. Ook hoort de commissie rechters over hun rol in de fraudeaanpak. Op de laatste dag komen voorzitter Aleid Wolfsen van de Autoriteit Persoonsgegevens en Nationaal Ombudsman Renier van Zutphen aan bod.
De parlementaire enquête volgt op een eerdere parlementaire ondervraging - ook wel mini-enquête genoemd - over het toeslagenschandaal. Het eindrapport daarvan, Ongekend Onrecht, was begin 2021 aanleiding voor het derde kabinet-Rutte om in het zicht van de eindstreep ontslag aan te bieden.
Ditmaal staan de verhoren onder meer in het teken van de vraag hoe de aanpak van fraude met uitkeringen en toeslagen zo heeft kunnen ontsporen, dat alleen al in het schandaal rond de kinderopvangtoeslag tienduizenden burgers daarvan de dupe werden. Ook de soms ernstige gevolgen daarvan werden opnieuw belicht in gesprekken met gedupeerden.
De commissie hoorde verder voormalig bewindslieden en Kamerleden, gewezen (top)ambtenaren van ministeries en uitvoeringsorganisaties als de Belastingdienst en het UWV. Zij schetsten een beeld van een overheid die richting burgers ver over de schreef ging, vanuit een politieke wens om veel geld te besparen door vermeend misbruik uit te bannen.