De EU-landen zijn het eens over het beter bewaken van de buitengrenzen van de Europese Unie en andere maatregelen om de komst van migranten te verminderen. Het wantrouwen tussen aankomstlanden als Italië en bestemmingslanden als Nederland is weggenomen, zegt premier Mark Rutte, die van een "doorbraak" spreekt. "Dat is in twaalf jaar niet eerder gebeurd en geeft me de verwachting dat er iets fundamenteel is veranderd."
De EU-landen voelen door het weer groeiende aantal migranten de noodzaak om hun patstelling over verdeling van de lasten van de opvang eindelijk te doorbreken. Rutte heeft na de EU-top goede hoop dat dat nu gaat lukken. "Er is absoluut nu momentum. Maar we moeten er met elkaar voor zorgen dat we dat vasthouden."
De verschillende kampen vonden elkaar in het versterken van de buitengrenzen. Er zal "onmiddellijk substantieel Europees geld worden uitgetrokken voor bijvoorbeeld extra camera's, patrouillewagens, wachttorens, bewaking vanuit de lucht en moderne bewakingstechnologieën", zei de voorzitter van de Europese Commissie Ursula von der Leyen na afloop.
Rutte noemt een bedrag van 2,7 miljard euro. Daarvan gaat echter nog altijd niets naar de bouw van grenshekken of -muren aan bijvoorbeeld de Turks-Bulgaarse grens, ook al dringen veel EU-landen daarop aan. Maar dat is volgens Rutte ook niet erg, want daarvoor kunnen andere lidstaten bijvoorbeeld bijspringen. Die netelige kwestie "is eigenlijk heel praktisch opgelost".
De 27 EU-leiders hebben een balans gevonden tussen de wensen van een land als Nederland en landen aan de Europese buitengrens, meent de premier. Het eerste kamp maant landen als Italië en Griekenland om migranten te registeren. Maar die vrezen dat andere lidstaten vervolgens geen nieuwkomers van hen overnemen en ze ermee blijven zitten.
Daarom gaat de EU afspraken maken met landen in bijvoorbeeld Noord-Afrika, waarvandaan migranten naar Europa vertrekken, over het bestrijden van mensensmokkelaars en terugnemen van onwelkome migranten. Als een lidstaat besluit dat een migrant niet welkom is, zouden andere EU-landen dat moeten overnemen. Ook werken ze aan een gezamenlijke lijst van landen die veilig genoeg zijn om migranten naar terug te sturen. Er komen experimenten met een snelle asielprocedure onmiddellijk aan de buitengrens.