Rutte: Zwartendijk had al veel eerder moeten worden geëerd

14 sep 2023, 16:14 Landelijk
rutte zwartendijk had al veel eerder moeten worden geeerd
ANP

De verzetsheld en oud-diplomaat Jan Zwartendijk is alsnog postuum onderscheiden voor het redden van duizenden Joden in Litouwen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De kinderen van Zwartendijk kregen donderdag van premier Mark Rutte de versierselen overhandigd die horen bij de Erepenning voor Menslievend Hulpbetoon in goud. "Deze bijeenkomst had natuurlijk veel en veel eerder moeten plaatsvinden", oordeelde Rutte.

In de zomer van 1940 gaf Zwartendijk als waarnemend consul aan minstens 2345 mensen een visum. Meer dan 90 procent van hen heeft uiteindelijk de oorlog overleefd. "Dankzij hem. Dankzij Jan Zwartendijk. En zijn moed om op het juiste moment, het juiste te doen", sprak de demissionaire premier bij de ceremonie op Kasteel Duivenvoorde in Voorschoten.

Bij de uitreiking was ook Arlette Liwer-Stuip aanwezig. Zij is de kleindochter van Abraham Liwer die met een visum door Zwartendijk werd gered. Liwer was destijds gevlucht uit het Poolse Bedzin. Bijna alle Joden uit die stad werden vermoord. "Het is slechts één huiveringwekkend verhaal", zei Rutte. "Van heel veel andere overlevenden weten we niet meer dan dat zij de oorlog overleefd hebben."

Na de oorlog kreeg Zwartendijk niet de waardering die hij verdiende. Hij kreeg van het ministerie van Buitenlandse Zaken zelfs een reprimande voor zijn actie in Litouwen. Vijf jaar geleden heeft het ministerie de nabestaanden van Zwartendijk excuses aangeboden. In 1997 kreeg de in 1976 overleden Zwartendijk al wel erkenning van het Yad Vashem Holocaust Herinneringscentrum in Israël.

"Het verhaal over Jan Zwartendijk is veel te lang niet gehoord", vertelde premier Rutte de nabestaanden. "Zijn werk veel te lang niet gezien. Vandaag willen we dat rechtzetten. Of eigenlijk willen we vandaag recht doen." Om de hoogst mogelijke koninklijke onderscheiding toe te kennen aan Zwartendijk moest de ministerraad terugkomen op een besluit uit 1951 om geen mensen meer te onderscheiden voor daden tijdens de Tweede Wereldoorlog.