Samir A. (34) blijft de komende drie maanden vastzitten op verdenking van het financieren van terrorisme. Dat heeft de rechtbank in Rotterdam dinsdag besloten tijdens een regiezitting in het strafproces tegen A.
Het OM verdenkt A. van het geld inzamelen voor vrouwen en kinderen in IS-gebied. Sinds eind juni zit hij hiervoor vast. Het OM maakte dinsdag bekend dat A. achttien IS-vrouwen financieel heeft ondersteund of helpen ontsnappen uit kampen in Syrië. Veertien daarvan staan op de nationale sanctielijst terrorisme. Volgens het OM heeft hij minstens 50.000 euro opgestuurd via een zogeheten hawala-bankier. De vrouwen konden volgens het OM ontsnappen uit de kampen om terug te keren naar hun land van herkomst of zich aansluiten bij een terroristische organisatie.
Samir A. is een voormalig lid van de Hofstadgroep. Hij is eerder veroordeeld tot negen jaar gevangenisstraf voor terrorisme en kwam in september 2013 vrij. De Hofstadgroep was een netwerk van radicaal-islamitische jongeren. Ook Mohammed B., de moordenaar van cineast Theo van Gogh, werd tot de groep gerekend.
Zelf wilde A. graag op vrije voeten komen om zijn eigen boekhoudbedrijf te redden. "Anders is zijn klantenbestand definitief weg", zei zijn advocaat Tamara Buruma. "En hij wil tijd besteden aan zijn gezin. Hij zal zich houden aan alle voorwaarden die de rechtbank hem oplegt." Zelf zei A. daarover: "Als ik iets toezeg, dan doe ik het."
De rechtbank oordeelde echter dat de persoonlijke belangen van A. niet opwegen tegen het grote strafvorderlijk belang. Daarnaast kan hij het lopende onderzoek van het OM in gevaar brengen, redeneert de rechtbank.
A. heeft geen vertrouwen meer in de reclassering, vertelde hij. Het risico is groot dat A. weer doorgaat met inzamelen van geld voor Syriëgangers, oordeelde de reclassering in een recent rapport. Daarin staat dat A. geen spijt heeft van zijn handelen. Hij zegt dat het de moeite waard was en dat hij willens en wetens de consequenties in detentie aanvaardt. Ook zijn familie en vrienden steunen hem hierin. De rechtbank: "Uw persoonlijke belangen zijn uw werk en gezin en uw bezwaar tegen detentie. Maar die afweging heeft u bewust al eerder gemaakt."
De reclassering oordeelde zes jaar geleden al dat ze niets kunnen betekenen op het gebied van gedragsverandering bij A. en dat is nog steeds zo. A.: "Dat de reclassering suggereert dat ik hiermee door zou gaan, vind ik nog erger dan vastzitten. Ze moeten vertrouwen hebben in de inlichtingendiensten. De AIVD gaat me onmiddellijk volgen zodra ik thuiskom."
De volgende inleidende zitting is op 23 februari. Door de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) wordt nog hard gewerkt om het onderzoek te voltooien. Het OM verwacht dat het dossier in de zomer van volgend jaar klaar is.