Schade geweld Nederlands-Indië niet verjaard

01 okt 2019, 10:47 Landelijk
schade geweld nederlands indie niet verjaard
Nederland kan zich niet beroepen op verjaring bij de schade die Nederlandse militairen hebben veroorzaakt door geweld en executies in voormalig Nederlands-Indië. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag dinsdag geoordeeld in twee zaken die waren aangespannen door oud-strijder Yaseman en enkele kinderen van geëxecuteerde mannen.
De Staat vond dat er sprake was van verjaring, omdat het gaat om gebeurtenissen van ruim zeventig jaar geleden. Maar het gerechtshof heeft de bezwaren van de Staat afgewezen. Het hof vindt dat "de buitengewone ernst en de grote mate van verwijtbaarheid van het gebruikte geweld verjaring in de weg staan". Nederland verzette zich tegen de onafhankelijkheid van Indonesië in 1945, waarna Nederlandse militairen probeerden het Nederlandse koloniale gezag te herstellen. Pas in 1949 werd de republiek erkend.
Ook vindt het hof dat het weliswaar lastig is om de zaken van de - inmiddels bejaarde - kinderen te bewijzen, maar dat de Staat die problemen vooral aan zichzelf te wijten heeft. Nederland heeft destijds niet gedocumenteerd wie werd doodgeschoten of mishandeld.
Aannemelijk vindt het hof ook dat de kinderen pas zoveel jaren later Nederland aansprakelijk hebben gesteld. De rechtbank zal nu moeten vaststellen of de eisers ook echt een kind zijn van de mannen die in 1947 zonder proces zijn geëxecuteerd. Zij krijgen dan een vergoeding voor de kosten van levensonderhoud voordat ze volwassen waren, maar geen smartengeld, bepaalde de rechtbank eerder. Het hof liet dat in stand.
In de zaak van Yaseman, die inmiddels is overleden, was de Staat al schadeplichtig gesteld door de rechtbank. Het hof bekrachtigt dat nu en vindt bewezen dat Yaseman door Nederlandse militairen is gemarteld, onder meer met een stok. Yaseman heeft 5000 euro smartengeld ontvangen.
Advocaat Zegveld hoopt dat de uitspraak "een eind maakt aan het juridische getouwtrek om feiten die allang boven elke twijfel verheven zijn". Ze denkt dat hooguit enkele tientallen kinderen een beroep doen op een regeling, omdat velen al zijn overleden, oud zijn of omdat ze het niet kunnen bewijzen. Het gaat per persoon om heel weinig geld.
Het ministerie van Defensie bestudeert de uitspraak.