'Schoonmaak olievervuiling Nigeria komt niet van de grond'

18 jun 2020, 11:12 Landelijk
schoonmaak olievervuiling nigeria komt niet van de grond
ANP
Het opruimen van de ernstige olievervuiling in de Nigerdelta is nauwelijks op gang gekomen, stellen Milieudefensie, Amnesty International, Friends of the Earth Europe en het Nigeriaanse Environmental Rights Action (ERA) na eigen onderzoek. "In grote delen van de Nigeriaanse rivierdelta is de bevolking nog altijd aangewezen op ernstig vervuild drinkwater", aldus de organisaties. Ze stellen Shell verantwoordelijk voor het uitblijven van een grote schoonmaak.
De opstellers van het rapport hebben onderzocht wat de afgelopen negen jaar terecht is gekomen van de aanbevelingen die het VN-Milieuprogramma deed in 2011. Ze concluderen dat slechts in een fractie van het vervuilde gebied een begin is gemaakt met saneringen. In slechts 10 van de 67 vervuilde gebieden die in het VN-rapport werden geïdentificeerd is een begin gemaakt met het opruimen van de olievervuiling. In oppervlakte komt dat neer op 11 procent van het totale vervuilde gebied. Opgeteld is 9,43 vierkante kilometer ernstig vervuild, verspreid over een veel groter gebied in de dichtbevolkte delta.
Volgens Milieudefensie en de andere organisaties achter het onderzoek is nog geen enkel gebied vrij van vervuiling. De plaatsen waar de schoonmaak wel van start is gegaan, vallen allemaal onder de categorie 'minder complex’. Plaatsen waar de vervuiling is ingeschat als 'complex’ zijn nog niet aangepakt. De olievervuiling is vooral een probleem in de regio Ogoniland, waar Shell-dochter SPDC actief was tussen 1958 en 1993.
Het schoonmaakwerk in Nigeria wordt geleid door Hyprep, een organisatie die voor dat doel is opgericht door de Nigeriaanse overheid. Shell betaalt daaraan mee. Volgens het onderzoek bekleden medewerkers van het olie- en gasbedrijf belangrijke functies binnen Hyprep. De organisaties stellen dat "nauwelijks is terug te vinden" waar geld dat tot nog toe is uitgegeven door Hyprep, zo’n 30 miljoen dollar, precies aan is besteed. Directeur Donald Pols van Milieudefensie: "De prestaties zijn zelfs zo slecht en het aanbestedingsproces zo bizar dat je je kunt afvragen of Shell écht opruimen ooit serieus heeft overwogen."
Godwin Ojo van het Nigeriaanse ERA vindt dat het schoonmaakproject is mislukt en opnieuw moet worden opgezet. "Na 9 jaar loze beloftes over de aanpak en tientallen jaren vervuiling gaan de mensen in Ogoniland niet alleen dood omdat ze dagelijks giftige dampen inademen, met olie vervuilde vis eten en van olie vergeven water moeten drinken", zegt Ojo. "Ze zijn ook ziek van het wachten op gerechtigheid."
Shell-dochter SPDC stelt zelf wel degelijk actie te hebben ondernomen "op alle aan haar gerichte aanbevelingen". Het rapport gaat volgens het bedrijf voorbij aan het feit dat het VN-rapport "de gezamenlijke inspanning van meerdere betrokken partijen vereist", waarbij de coördinatie ligt bij de Nigeriaanse regering. Verder zegt SPDC oliediefstal tegen te gaan door lokale gemeenschappen toezicht te laten houden en jongeren te helpen met onderwijs en ondernemerschap, zodat ze in hun levensonderhoud kunnen voorzien.