Op ongeveer vijftig scholen gaan vanaf maandag (kinderboeken)schrijvers kinderen helpen met taal. Ruim veertig kinderboekenauteurs verbinden zich een half jaar aan een school om daar het leesplezier en de schrijfvaardigheid van leerlingen te vergroten. De negende editie van dit project, De Schoolschrijver, start maandag op een basisschool in Amsterdam-Noord.
De schrijvers, onder wie Tialda Hoogeveen, Marc ter Horst, Enne Koens, Pieter Koolwijk, Anke Kranendonk, Lydia Rood, Sanne Rooseboom en Maren Stoffels, hebben een training gekregen. Een half jaar lang zijn ze elke week een dag op 'hun' school en ze doen daar dan taal- en woordspelletjes, lezen voor, of doen een schrijfoefening. Ook is er een excursie naar de bibliotheek. Ouders krijgen er ook informatie over.
Sinds 2010 bereikte De Schoolschrijver met 206 halfjaarprogramma’s op 123 taalzwakke basisscholen in zes provincies ruim 25.000 leerlingen en hun ouders en meer dan 2000 leerkrachten.
,,Kinderen die met plezier lezen, vergroten hun taalgevoel. Ze hebben meer zelfvertrouwen en scoren hoger op de Cito-toets. Ze lopen minder kans om laaggeletterd te worden als ze volwassen zijn'', aldus stichting De Schoolschrijver.
In Nederland heeft een kwart van de kinderen in groep 8 een leesachterstand van 2 jaar. Zo'n 70 procent van alle kinderen verlaat de basisschool met onvoldoende schrijfvaardigheid.