Nederland ontkerkelijkt in een hoog tempo en de teruggang van het christelijk geloof blijft doorzetten. Maar jongeren binnen de protestantse kerken blijken juist gemotiveerder in het zoeken naar houvast in het geloof. Dat stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) vast in het woensdag verschenen rapport 'Christenen in Nederland: diversiteit en verandering’.
,,Over de hele linie boeten de kerken in aan gezag, bindingskracht en populariteit", zo staat in het rapport. Vooral katholieke kerken hebben te maken met een tanende populariteit.
In het rapport wordt verder opgemerkt dat de circa 1 miljoen christenmigranten een steeds belangrijkere geloofsgroep vormen. Hun migrantenkerken spelen een belangrijke rol bij de integratie, zoals bij taallessen en ondersteuning bij sollicitaties. De migrantenkerken zijn een diverse verzameling van gelovigen uit onder meer de Noorse, Zweedse of Molukse kerk, van expats, van arbeidsmigranten uit Oost-Europa en van vluchtelingen uit Azië en Afrika.
De aanwas bij de kerken die nog wel groeien schiet volgens het SCP ,,ten enenmale tekort om de leegloop bij de grote en vrijzinnige kerken te compenseren".
Hoewel de Nederlandse bevolking tussen 1970 en 2010 met 28 procent groeide, nam het aantal Nederlanders dat stond ingeschreven bij een kerkgenootschap met een derde af. In 2002 beschouwde 43 procent zich als lid van een religieuze gemeenschap, in 2016 was dit nog maar 31 procent.
De afstand tussen de christelijke kerken en een groot deel van de bevolking wordt ook groter: driekwart van de Nederlanders geeft aan dat de kerken weinig of niet aansluiten bij de eigen visie op de zin van het leven.Twee derde zegt weinig of geen vertrouwen te hebben in de kerken of religieuze organisaties. In vergelijking met andere Europese landen zijn Nederlanders vaker voorstander van een strikte scheiding tussen kerk en staat.
Jonge kerkleden tussen de 17 en 30 jaar zijn echter steeds vaker betrokken bij kerk en geloof. Dat geldt vooral voor de protestantse kerkjeugd. Zij omschrijven zichzelf vaker als uitgesproken gelovig en geloven zonder enige restrictie in God, de Bijbel en een leven na de dood.