De maximumstraf voor doodslag gaat omhoog van 15 naar 25 jaar. Na de Tweede Kamer heeft ook de Eerste Kamer daarmee ingestemd. Het idee is dat zo het verschil tussen de straffen voor doodslag en moord verkleind wordt. Op moord staat maximaal 30 jaar gevangenisstraf, tenzij de rechter levenslang wil opleggen. Dat zogenoemde 'strafgat' was kleiner toen de maximumstraf voor moord nog 20 jaar was.
De strafverhoging is een initiatief van minister van Justitie Dilan Yeşilgöz. De Nederlandse Orde van Advocaten vindt dat onvoldoende duidelijk is waar de strafverhoging voor nodig is, het Openbaar Ministerie vindt het nuttig dat het strafgat verkleind wordt. De Tweede Kamer stemde in mei vorig jaar met het wetsvoorstel in, al stemde coalitiepartij D66 toen tegen.
Ook in de Eerste Kamer uitte D66-senator Boris Dittrich zijn twijfels. Hij vroeg zich af of een hogere maximumstraf voor doodslag wel iets toevoegt. "Doodslag is een impulsdelict. Het lijkt mij niet aannemelijk dat hier sprake is van generale preventie", zo zei hij. Om die reden stemde zijn partij uiteindelijk ook in de Eerste Kamer tegen. Hij is niet overtuigd dat de samenleving van de verhoging van de maximumstraf veiliger wordt.
Het verschil tussen moord en doodslag is of iemand van tevoren van plan was om een ander om het leven te brengen. Doodslag gebeurt in een opwelling, moord is met voorbedachten rade. In beide gevallen wordt iemand wel expres om het leven gebracht. Als iemand omkomt terwijl dat niet per se de bedoeling was, kan sprake zijn van dood door schuld of mishandeling met de dood als gevolg.